EO-uitzending Black-out toont grote impact van mogelijke cyberaanval
Wie op maandagavond 11 november op het juiste moment overschakelde naar de zender NPO1 kreeg schrikwekkende beelden te zien. In wat werd gepresenteerd over een ingelaste nieuwsuitzending over een massale stroomstoring in de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland kwamen ministers, lokale bewindslieden en mensen op straat aan het woord die spraken over de impact van de storing, terwijl de nieuwsticker onder in beeld repte van plunderingen, brandstoftekorten en groeiende onrust.
Wie goed oplette, kon zien dat het ging om een in scène gezet rampscenario. Het logo links onder in beeld van NL Nieuws was niet van een bestaande nieuwsorganisatie. Ook op de ticker kwam af en toe het geruststellende bericht voorbij: Let op! Deze gebeurtenissen zijn niet echt, maar geven een realistisch beeld van de gevolgen van een grote stroomuitval. Toch was het moeilijk om de uitzending van echt te onderscheiden. Het nieuws werd voorgelezen door bekende nieuwslezers van de NPO, en ministers en bewindsvoerders spraken alsof het ging om een echt scenario. Pas aan het einde van de uitzending werd expliciet gezegd dat het allemaal in scène was gezet, en volgde een korte speech van minister-president Schoof over het belang van goed voorbereid zijn op dit soort crises.
Het deed denken aan het Tv-programma De Grote Donorshow. In deze uitzending van BNN werd een realityshow gepresenteerd, waarin drie nierpatiënten streden om verkozen te worden tot ontvanger van de donornier van een terminaal zieke vrouw. Ook hier werd pas op het einde van de uitzending de waarheid naar buiten gebracht - de terminaal zieke vrouw was een acteur, maar de drie nierpatiënten waren echt, en hadden bewust gekozen om mee te werken aan het programma om bewustzijn over orgaandonatie te vergroten. Er was tijdens en na de uitzending veel kritiek op het programma, maar het leek het doel wel te behalen: Na de uitzending vulden meer dan tienduizend mensen het formulier in om orgaandonor te worden.
Kwetsbaarheid
Kwetsbaarheid van de digitale infrastructuur voor het soort cyberaanval waarop het programma Black-out gebaseerd is, is al lang een belangrijk onderwerp voor de overheid. Daarom werkten verschillende ministeries, de gemeente Utrecht en de Nationale Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) mee aan de uitzending om alles zo realistisch mogelijk te maken. Dit in de hoop om Nederland een beeld te geven van wat de impact van een scenario als dit kan zijn, maar ook om mensen meer bewust te maken van wat ze kunnen doen om zich voor te bereiden op zo'n aanval.
Twee weken eerder publiceerde de NCTV de meest recente editie van het Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN). Ook hierin is veel aandacht voor de kwetsbaarheid die ontstaat in de infrastructuur, doordat deze steeds meer afhankelijk is van digitale systemen. Hierbij werd in het bijzonder de nadruk gelegd op het gevaar van een digitale monocultuur. Dit is terug te zien bij de recente problematiek rond het cybersecurity programma Crowdstrike. Door een fout in een update, lagen wereldwijd systemen plat en werd allerlei infrastructuur ontregeld. Daarom werd bij het programma bewust gekozen voor een cyberaanval als oorzaak van de grote stroomstoring.
De grote gevolgen hiervan waren ook in de uitzending terug te zien. Dit niet alleen de directe gevolgen, zoals schade aan de drinkwatervoorziening en onderbreking van de communicatie, maar ook problemen bij het waterbeheer. Daarnaast werden er ook situaties uitgelicht waar mensen misschien in eerste instantie niet aan denken, zoals het feit dat het crisiscentrum van de gemeente Utrecht op de eenentwintigste verdieping zit, en dus zonder lift zeer moeilijk te bereiken is.
Voorbereiding
In Black-out licht de focus vooral op hoe gewone Nederlanders omgaan met de crisis, en tegen welke problemen ze aanlopen als drinkwater op raakt, de supermarketen niet open of leeggeplunderd zijn, en communicatie met de buitenwereld nauwelijks mogelijk is. Dit is niet alleen gedaan om angst aan te jagen, maar ook praktijkvoorbeelden te geven waarop men moet letten bij voorbereiding. Wat doe je bijvoorbeeld, als je drie dagen het toilet niet kan doorspoelen?
De overheid biedt veel praktische informatie over wat te doen bij een ramp. Deze wordt voornamelijk verzameld op de website Denk Vooruit. Deze website is gekoppeld aan de gelijknamige campagne, die al sinds 2006 loopt. In de tijd was de respons op deze campagne echter slechts beperkt. Anderhalf jaar nadat de campagne van start ging, melde Het Parool dat meer dan de helft van de Nederlanders het niet nodig vond om zich voor te bereiden op een ramp, en slechts twintig procent stelde dat ze zich aan alle voorbereidingen hadden voldaan.
En deze voorbereidingen zijn relatief simpel. Denk bijvoorbeeld aan het aanleggen van een voedselvoorraad voor enkele dagen, een EHBO-doos, een voorraad medicijnen, zaklampen met batterijen, een radio, waxinelichtjes en warmtedekens. Dit waren allemaal dingen waarin de acteurs in Black-out tegenaan liepen.
Wij Nederlanders zijn heel erg verwend dat alles het altijd maar doet. En als dat niet zo is, gaan we ervan uit dat het binnen twee uur is opgelost. Inmiddels is de wereld aan het veranderen.
Regisseur Hans de Kleine, Black-out
De schokkende uitzending lijkt in ieder geval op korte termijn effect te hebben gehad. Volgens Google Analytics werden op de avond van en de dag na de uitzending in Nederland pieken te zien in zoektermen als ‘ramp’ ‘stroomuitval’ en ‘voorbereiding’. Het blijft natuurlijk de vraag in hoeverre mensen daadwerkelijk doorpakken op de interesse die door het programma is gewekt.
De Nederlandse overheid biedt verschillende informatiepagina's die burgers en bedrijven moeten helpen bij voorbereiden op een ramp. Op de website Denk Vooruit is een overzicht van de mogelijke risico's in Nederland, en wat men kan doen om zich voor te bereiden op een ramp. Zo is er bijvoorbeeld een speciale pagina voor langdurige stroomstoringen, zoals in het programma ook voorkwam. Ook heeft de EO een eigen test gepubliceerd, waarmee mensen kunnen kijken in hoeverre ze zijn voorbereid op een mogelijke ramp.