Voortgangsrapportage Strategie Digitale Economie toont gemengd beeld
De Strategie Digitale Economie vormt het fundament voor kabinetsbeleid omtrent digitalisering van de Nederlandse economie. Momenteel behoort Nederland tot de best presterende digitale economieën van Europa. Uit de meest recente voortgangsrapportage, afgelopen vrijdag gepresenteerd aan de Tweede Kamer, blijkt echter dat er nog veel verbeterpunten zijn.

De voortgangsrapportage werd afgelopen vrijdag voorgesteld door minister Beljaarts (Economische Zaken). In de rapportage werd de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de vijf kabinetsambities in de Strategie Digitale Economie. Het doel is dat Nederland in 2030 tot de top drie behoort binnen Europa wat betreft de toepassing van digitale technologieën door het mkb. Dat betekent onder andere dat 95% van het Nederlandse mkb tenminste een basisniveau van digitalisering toepast, en dat consumenten en ondernemers toegang hebben tot een digitale infrastructuur die ze in staat stelt om optimaal gebruik te maken van deze digitalisering.
De voortgangsrapportage toont een gemengd beeld. Zo behoort Nederland tot de wereldtop wat betreft digitale infrastructuur: 99% van de Nederlandse aansluitingen heeft nu al toegang tot snel breedbandinternet (≥1 Gigabit per seconde) via kabel of glasvezel. Ook is deze infrastructuur veilig en betrouwbaar. Private investeringen in de digitale infrastructuur blijven echter achter. Deze investeringen zijn nodig om de digitale infrastructuur in Nederland ook in de toekomst snel, betaalbaar en betrouwbaar te houden.
Personeelstekort
Ook personeelstekort in de ICT-sector blijft een pijnpunt. Eerder werd al bericht over het tekort aan gekwalificeerd personeel, en de mogelijke gevolgen hiervan voor de Nederlandse economie. Onderzoek toont aan dat met name grote bedrijven minder groei en omzet zien doordat ze geen geschikt ICT-personeel kunnen vinden. Het belang van gekwalificeerd personeel is ook benoemd in de Strategie Digitale Economie. Doel van de overheid is dat Nederland in 2030 1 miljoen digitaal geschoolde werknemers heeft. Een gebrek aan gekwalificeerd personeel is ook een probleem waarmee overheden te maken hebben. Dit tekort aan geschoold personeel werd ook aangestipt in de voortgangsrapportage.
Minister Beljaarts: “In 2022 hebben we ambitieuze doelen gesteld voor de digitale economie. Die is namelijk één van de drijvende krachten achter onze toekomstige banen en inkomsten. Nederland hoort nu bij de wereldtop. De snelheid van technologische ontwikkelingen buiten de EU en gebrekkige arbeidsproductiviteitsgroei zetten onze kansen echter in toenemende mate onder druk. Daarom gaat het kabinet extra aan de slag met de aanpak van het tekort aan ICT-specialisten en nodeloze regeldruk, en het ondersteunen van meer private investeringen in geavanceerde technologieën zoals AI en cloud.”
Hoewel de digitale infrastructuur in Nederland sterk is, blijft de ontwikkeling dus achter door een personeelstekort in de ICT-sector. Uit de Monitor Digitale Economie blijkt dat het aandeel van ICT'ers binnen de Nederlandse beroepsbevolking de afgelopen jaren gestaag is toegenomen, maar dat er meer recent stagnatie is opgetreden. Dit terwijl het aantal openstaande vacatures voor ICT'ers tussen 2017 en 2023 met ruim 20% is gestegen.
Technologieën
Het streven van het kabinet is dat het gebruik van geavanceerde digitale technologieën – zoals cloud, kunstmatige intelligentie (AI) en data analytics - binnen het mkb te verhogen tot tenminste 75% in 2030. Inmiddels passen meer mkb-ondernemers bijvoorbeeld AI (van 13% naar 23%) en clouddiensten (van 64% naar 71%) toe. Ook op dit gebied wil het kabinet dat Nederland in 2030 tot de Europese top-3 behoort.
De minister concludeert echter ook dat de ontwikkeling van innovaties op dit gebied, zowel in Nederland als in Europa, achterloopt op de Verenigde Staten en Azië. Dat bedreigt de economie en veiligheid. Ook, omdat het aanbod van digitale professionals niet meer groeit in Nederland. Met onder meer het Actieplan Digitale en Groene Banen en de aankomende Productiviteitsagenda wil het kabinet dat laatste punt aanpakken.